zaterdag 18 juni 2011

Roparun ‘een avontuur voor het leven’

Onderstaande tekst heb ik gemaakt voor de cikoerier die deze maand nog uitkomt:



Hoe het begon.
Met een aantal naaste collega’s bedachten we dat het goed zou zijn om mee te doen aan de Roparun. Om ons heen (collega’s , familie , vrienden) werden we regelmatig geconfronteerd met mensen die aan kanker leden. Via de Roparun konden we iets betekenen voor deze mensen, was het idee. Bij mij viel dat direct in goede aarde, een kans om het goede doel met een sportieve uitdaging te combineren. In 2010 wilden we als team van Waterschap Rivierenland (mijn werkgever) deel nemen aan de ‘Roparun’. Het is toen niet gelukt om ons in te schrijven, voor nieuwe teams zijn er maar beperkte plaatsen.  Gelukkig lukte het wel voor de editie 2011

Waterlopers in Parijs
Wat is Roparun?
De Roparun is een estafetteloop van ongeveer 520 kilometer van Parijs naar Rotterdam waarbij mensen, in teamverband, een sportieve prestatie leveren om op die manier geld op te halen voor mensen met kanker. Ook wel een avontuur voor het leven genoemd. Dat blijkt overigens ook uit het motto wat al jaren is: "Leven toevoegen aan de dagen, waar geen dagen meer kunnen worden toegevoegd aan het leven".
Een Roparunteam bestaat uit maximaal acht lopers die dus ieder gemiddeld zo'n 65 kilometer lopen oftewel meer dan 1 ½ marathon. Daarnaast bestaat een team uit minimaal twee fietsers en nog een aantal mensen in de begeleiding. Denk hierbij aan chauffeurs, verzorgers, cateraars en wegkapiteins. Teams zijn zelf verantwoordelijk voor de invulling van deze taken en gemiddeld bestaat een team uit 25 personen.

Waterlopers
De naam ‘Waterlopers’ werd bedacht voor ons team. Een eigen website werd er gemaakt www.waterlopers.nl en de organisatie van de loop kon beginnen. Het is naast een sportieve vooral ook een logistieke uitdaging om met twee teams van 4 lopers en 2 fietsers non-stop van Parijs naar Rotterdam te lopen en te fietsen. Daarnaast allerlei acties bedenken om zo veel mogelijk geld op te halen voor het goede doel (stichting Roparun).

Voorbereiding
Ik nam het op me om de lopers goed voorbereid aan de start te krijgen. Makkelijker gezegd dan gedaan. Hoe moet je dit trainen? Twee dagen en twee nachten continue lopen, eten, slapen. In estafettevorm met vier lopers (verdeeld in stukken van 1500 m per persoon in vijf etappes van gemiddeld 53 km.). De gemiddelde snelheid moet minimaal 11 k/u zijn.
Ik maakte een schema om een redelijke halve marathon te kunnen lopen (kijkend naar de mogelijkheden van de lopers). Het ging me daarbij om het trainen van duurvermogen. De laatste 1,5 maand gingen we over tot meer wedstrijdspecifieke trainingen, d.w.z. intervallen van 1500 – 2000 meter. Met de hele groep oefenden we drie keer op heuvelachtig terrein en na de laatste gezamenlijke training kreeg ik er vertrouwen in. De lopers toonden hun vorm.
op de startlocatie

De Roparun
In het pinksterweekeinde (11, 12 en 13 juni) begon het dan eindelijk. In een groot park net buiten Parijs verzamelen de 275 teams zich. Ik was onder de indruk van de sfeer, iedereen popelde om te starten. En na een pastamaaltijd kon het beginnen. Ons team A beet de spits af in Parijs (zaterdag om 16.00 uur). Mijn team B zou na 60 km. team A aflossen.


Zo gezegd zo gedaan, nadat team A gearriveerd was op de afgesproken plek, begon ik met lopen en na 1,5 km. tikte ik mijn medeloper aan (die in het busje vervoerd werd). Zo draaide dat continue door. Ik voelde me prima, genoot van het mooie landschap, het heuvelachtige terrein, de zon, de klaprozen in de berm, de dikbilkoeien in de wei en de slaperige dorpjes. Ons team liep regelrecht naar ons eerste basiskamp, alwaar enkele collega’s zorgden voor eten en tentjes om even in te slapen. Team A ging toen weer op pad. voor een volgende etappe (is het nog te volgen?). Dat slapen moet je je trouwens niet te veel van voorstellen. Ik heb in twee nachten ongeveer 4 uur slaap gehad.
wachtend op eerste start
Naast slaapgebrek speelden de pijntjes op bij de lopers. Ik had in eerste instantie last van mijn linker knieholte en hamstring en op het laatst van mijn bovenbenen. Massage tussendoor zorgde voor enige verlichting en ook de ‘pillen’ deden hun werk. Opgeven is geen optie! Dat het een uitputtingsslag zou worden wisten we vantevoren. Wat me echt zorgen baarde waren mijn darmen die iets te fanatiek het voedsel doorstuurde naar de uitgang. Het loopt bijzonder onprettig van dixy naar struikgewas. Maar ook dit overwon ik m.b.v. van immodium.

Rotterdam kwam dichterbij. In verschillende dorpen (o.a. Ossendrecht, Oud-Beijerland) werden we met festiviteiten als helden binnengehaald. Het leek wel carnaval. Geweldig om mee te maken, maar wel doorlopen. Ik begon sterker te lopen, nam af en toe wat meer meters voor mijn rekening en schroefde het tempo wat omhoog. Lekker gevoel als je dat  nog kan.
 
De finish
De laatste etappe (35 km) moesten de lopers ook op de fiets, busjes mochten niet op de route. Dus fietsen en afwisselend lopen. De regen kwam met bakken uit de hemel, maar dat kon het moraal niet meer breken. De Coolsingel was volgestroomd om alle teams een geweldige ontvangst te geven, met muziek, tv-opnamen, mooie woorden, bloemen van de organisatie en ook van familie en bekenden. Ja, er werd menig traantje gelaten. Onze echte gemiddelde snelheid werd 11,22 k/u.
Finish Coolsingel

Het zit er op, het is met recht ‘een avontuur voor het leven’ te noemen. En teambuilding in ‘optima forma’. Ik zal dit niet snel vergeten. Eind juni nog een afsluitende feestavond en dan kunnen we ook onze verworven gelden aan het goede doel (stichting Roparun) doneren, dat zal ca. € 10.000 worden. Als je ooit de kans krijgt om mee te doen, pak hem dan!